Tijdens het zwemmen van de borstcrawl is het (rol)keerpunt de meest efficiënte manier om van richting te veranderen bij de muur. Het zorgt ervoor dat je je zwemsnelheid zoveel mogelijk kunt behouden en kost zo min mogelijk energie, mits je een juiste timing en techniek hebt uiteraard. Maar in dit artikel 3 tips voor het nog beter zwemmen van zo’n borstcrawl keerpunt.
Om op een juiste manier te keren zul je allereerst de vijf stappen van het rolkeerpunt moeten beheersen. Kun je dit nog niet of is dat nog lastig. Bekijk dan eerst: Het keerpunt zwemmen in 5 stappen.
Hieronder 3 tips om je keerpunt nog beter te kunnen maken.
ZWEMMEN KEERPUNT CRAWL: 3 TIPS
1. Bepaal je afstand
Bepaal de voor jou ideale afstand om je keerpunt in te zetten. Over het algemeen is de ‘T’ die je op de bodem van de meeste wedstrijdzwembaden vindt het punt waarop je je laatste armslag inzet. Maar niet iedereen is gelijk en dit punt kan dus iets verschillen. Bovendien heeft niet elk zwembad zo’n ‘T’ op de bodem. Je kunt de ideale afstand om je koprol in te zetten bepalen door je arm volledig uit te strekken en dan met je vingertoppen de muur te raken. Vanaf het punt waar je nu staat of ligt (en vooral niet dichterbij de kant) zet je je draai in. Draai altijd in het midden of iets richting de linkerkant zodat ook andere zwemmers vervolgens veilig kunnen keren en je tijdens je afzet niemand hindert. Zet nooit af vlak voor iemand anders wil gaan keren.
Lees meer over ” de regels van het banen zwemmen”
2. Adem bewust.
Voor je je laatste armslag maakt adem je nog één keer voldoende lucht in zoals je dat altijd doet tijdens het borstcrawl zwemmen. Echter blaas je nu niet gelijk geleidelijk je lucht weer uit maar houd je je adem even vast tot het punt dat je ongeveer halverwege je draai bent. Adem dan heel rustig en geleidelijk uit via je neus zodat er geen water in je neus komt. Maar zorg dat je nog adem over hebt voor tijdens de afzet en eventuele onderwaterfase. Blaas dus vooral niet teveel uit tijdens het draaien. Een krachtige afzet (en onderwaterfase) kost je namelijk ook veel zuurstof (die vrijkomt als je uitblaast). De meeste topzwemmers proberen 1 slag voor en 1 slag na het keerpunt niet te ademen om zoveel mogelijk snelheid vast te houden.
3. Don’t rush it!
Ook al gaat het bij het zwemmen van een keerpunt om snel weer de andere kant op te kunnen zwemmen. Het kan ook té snel gaan waardoor je minder krachtig kunt afzetten. Je wilt snel richting de muur en daar met snelheid weer weg. Daarom wil je het ook niet overhaasten, neem vooral de tijd om je voeten goed te plaatsen tegen de muur en wacht met afzetten tot je zeker weet dat je goed grip hebt met je voeten tegen de muur. Je hebt meer aan een split second langer wachten en een sterke en krachtige afzet kunnen maken dan een hele snelle draai met een te snelle afzet. Bij een te snel keerpunt krijg je een soort jump of veer effect, je voeten raken maar heel kort de kant, vaak enkel met de tenen waardoor je wegspringt als een soort stuiterbal maar zonder kracht. Het kan helpen je in te bellen alsof je vanuit de afzet een jumpsquat wilt maken. Je zult echt eerst je voeten goed op de kant moeten plaatsen om zo’n jumpsquat (lees: krachtige afzet) te kunnen maken.
En uiteraard geldt voor de keerpunten, net zoals met vele andere aspecten van het zwemmen, oefening baart kunst. Integreer het oefenen met keren zoveel mogelijk in je trainingen. Maak af en toe ook echt even apart tijd om je hierop te focussen. Dat kan bijvoorbeeld met deze oefeningen.
_
Suzanne
Volg je me ook al via Instagram ? Ik zie je graag daar!